Dommelsch

“Ah, het duivenkot is ook nog open.”
Mijn vader brengt me naar station Eindhoven. We zijn er bijna en rijden door een woonstraat. Aan één van de huizen hangt een rond bord. ‘Dommelsch’ staat erop. Het oude logo, nog van voordat retro hip was. Van achter het raam eronder knippert het woordje ‘open’ ons inderdaad in veelkleurig neon tegemoet. Meer niet.
“Daar hangt ons opa nog aan de muur, dattie bier komt brengen.”
“Opa Caris?”
“Nee, míjn opa,” zegt mijn vader. “Opa Biemans, die foto ken je toch wel?”
Ik ken de foto niet. Ik weet eigenlijk, realiseer ik me, nauwelijks iets van de man die ook in mijn huiskamer, maar dan keurig in pak gestoken en enigszins streng kijkend, aan de muur hangt.
“En je mag er nog roken. De kastelein heeft gezegd dat hij ermee ophoudt als er niet meer gerookt mag worden.”
Dat dat al lang zo is, dat elke discussie daarover gesloten is, zeg ik maar niet hardop. Dat weet hij ook wel, en voor hem hoeft het ook niet, hij rookt niet. Ik zelf houd, op zijn zachtst gezegd, helemaal niet van café’s waar gerookt mag worden. Toch weet ik waar ik volgende keer met papa een pils wil drinken, uit zijn, en bijna mijn, geboortedorp. Zo snel mogelijk. Voordat dit huiskamercafé, waar blijkbaar mijn overgrootvader aan de muur hangt, gesloten wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten